Box 3-heffing op basis van werkelijk rendement op komst

Het kabinet gaat werk maken van een vermogensrendementsheffing op basis van werkelijk rendement. Dit heeft staatssecretaris Snel van Financiën geantwoord op Kamervragen. Hiermee geeft het kabinet uitvoering aan een afspraak uit het regeerakkoord.

Niet redelijk

In januari oordeelde Hof Amsterdam dat de vermogensrendementsheffing (de heffing in box 3 over het rendement op vermogen) in 2014 niet meer redelijk en proportioneel was. Het hof stelde dat het werkelijke rendement op risicovrije beleggingen (zoals spaargeld) in 2014 veel lager was dan het forfaitaire rendement van 4%. Later velde het hof hetzelfde oordeel met betrekking tot 2013.

Stappen

Sinds 2014 hebben het vorige kabinet en het huidige kabinet al een aantal stappen gezet om de box 3-heffing beter te laten aansluiten bij het werkelijke rendement op vermogen. Zo is de heffingssystematiek per 1 januari 2017 al gewijzigd, al is dit nog wel steeds een forfaitair systeem; er wordt nog niet gekeken naar het werkelijke rendement. Wel wordt het veronderstelde rendement jaarlijks bijgesteld.

Kabinetsstandpunt

Nadat in het regeerakkoord was opgenomen dat het kabinet een stelsel van vermogensrendementsheffing op basis van werkelijk rendement zal uitwerken, heeft de vaste Tweede Kamercommissie voor Financiën de staatssecretaris verzocht om een kabinetsstandpunt over de box 3-heffing op basis van werkelijk rendement. De staatssecretaris heeft aangegeven dat aan deze brief wordt gewerkt en dat deze brief nog dit voorjaar naar de Tweede Kamer wordt gestuurd.